Doel van de restauratie is om de auto in een technisch goede en uiterlijk authentieke staat terug te brengen, met oog voor de originele details, met dien verstande dat ik onder motorkap een modernere motor wil om de auto veilig door het hedendaagse verkeer te kunnen loodsen. Uitgangspunt is dat er geen onherstelbare wijzigingen aan de auto worden gepleegd, zodat de auto altijd in originele staat is terug te brengen.
Grofweg is de restauratie in 4 delen op te delen: de carrosserie, het chassis, de electriciteit en het motorblok.
De carrosserie is veel, heel veel werk. Het probleem bij de koets van een besteleend is dat slechte plekken meestal niet oppervlakkig zijn maar direct doorwerken in de hele koets waardoor de restauratie zich niet beperkt tot een kleine plek. De voetenbak is gelukkig geheel in orde, evenals twee van de drie hoofdbalken. Het werk zit in alle overige plaatwerk delen. Reparatie van plaatwerkdelen is bij een AZU erg lastig, dus deels moeten deze vervangen worden. Gelukkig zat bij de aanschaf van de auto ook een deel van het benodigde plaatwerk. Extra werk is er ook wat betreft de binnenzijde van de koets want in tegenstelling tot een gewone eend is er veel zichtbaar gelakt plaatwerk. De koets kaal maken is nodig vanwege alle roest. Stralen is het meest duurzaam, maar tevens risicovol omdat het plaatwerk zo dun is. Het grootste deel van het spuitwerk laat ik over aan professionals. Het laswerk doe ik wel geheel zelf.
Het onderstel is ook een verhaal apart. Het chassis verkeert voor 2cv begrippen in een technisch redelijke staat. Weinig zichtbare roest en veel lagen beschermende tectyl. De onderste chassisplaat is alleen erg gedeukt en bekrast. Het lijkt alsof het chassis over diverse drempels is geschaafd. Een probleem kan zijn dat je verrast wordt door roest van binnenuit omdat het chassis hol is. De wielarmen, de lagering, de remmen en de veerpotten haal ik geheel uit elkaar om te reinigen en eventuele reparaties uit te voeren. Uit veiligheidsoverwegingen vernieuw ik zo veel mogelijk al deze delen in zijn geheel.
De electriciteit is ook een leuke. De AZU is een overgangsmodel met een 12 volts installatie en wijkt daarmee af van het gangbare 6 volt systeem dat in eerdere jaren werd toegepast. Het voordeel hiervan is dat ik geen ombouw hoef te plegen in verband met de VISA motor. Ik moet wel rekening houden met enkele moderniseringen in verband met dit motorblok uit de jaren ’80. Ik ga er vooralsnog vanuit dat ik de bedrading wel opnieuw zal aanleggen, ook om zoveel mogelijk onverklaarbare storingen te voorkomen.
De motor wordt die van een VISA II, dit blok heeft een aantal voordelen boven het origineel. Zo heeft de VISA motor een beter gelagerde krukas, een electronische ontsteking en speciaal gecoate cylinders waardoor de duurzaamheid enorm toeneemt. Het grotere koppel maakt dat de auto gemakkelijker met weinig toeren draait en dat deze ook beter op snelheid blijft. Het lastige aan het inbouwen in een A-type is wel dat dit problemen geeft met het pedalenstelsel, omdat de nieuwere motoren een uitlaat hebben die het pedaal systeem in de weg zit. Hiervoor moet ik een passende oplossing zien te vinden.