Een van de vorige eigenaren heeft zich ruim uitgeleefd met de bitumen. Zelfs de bodem aan de binnenzijde onder de stoelen is ruim bedekt. Ik kan me toch niet voorstellen dat dit origineel af fabriek is, zeker niet in 1971. Ik heb me er al op ingesteld dat het een enorme klus is om al deze lagen te verwijderen. Het voordeel is natuurlijk wel dat het plaatwerk hierdoor nog steeds in een heel redelijke staat verkeert. Eind oktober heb ik ongeveer tweederde van de bodem schoon gemaakt. Natuurlijk kom ik gaandeweg ook stukken tegen die aanvankelijk redelijk leken, maar die bij nader inzien wat laswerk vergen. Zoals de linker dorpel, bijvoorbeeld. Deze leek heel aardig, maar met toch een ´mottige´ plek. Stukje er in lassen heeft geen zin. het wordt nooit echt mooi en nu is het moment om het geheel te verwijderen. Natuurlijk wel eerst een steunbalkje gelast voordat de slijptol er in gaat. Als je dat verzuimt, trekt de carrosserie zichzelf geheel uit verband.
Het chassis staat voorlopig geduldig te wachten. De carrosserie is het werkstuk dat in mijn planning het meest kan tegen vallen. Met andere woorden, als ik hier eerst aan werk, dan is de rest beter te overzien.
Ik heb deze maand ook bedacht op welke wijze ik de carrosserie ga ontroesten. Het grote probleem bij een 2cv is dat het plaatwerk erg dun is. Stralen heeft mijn voorkeur, maar het risico is dat je er doorheen straalt en dat grotere vlakke delen snel vervormen door de hitte. Leverancier Laskar heeft me getipt op polijst schijven die je op een boormachine kunt schroeven en waarmee je redelijk snel plaatwerk kunt reinigen zonder dat je er echt een laag staal af haalt. Door de open structuur van de schijven lopen ze niet vol met verf en roestresten waardoor de hittevorming ook binnen de perken blijft. Op deze wijze ga ik de carrosserie behandelen en de hoekjes waar ik niet bij kan laat ik wel stralen zodat echt alle roest verwijderd is. De gereinigde en ontroeste plekken behandel ik direct met een twee componenten epoxy van Sikkens.
Een van de vorige eigenaren heeft zich ruim uitgeleefd met de bitumen. Zelfs de bodem aan de binnenzijde onder de stoelen is ruim bedekt. Ik kan me toch niet voorstellen dat dit origineel af fabriek is, zeker niet in 1971. Ik heb me er al op ingesteld dat het een enorme klus is om al deze lagen te verwijderen. Het voordeel is natuurlijk wel dat het plaatwerk hierdoor nog steeds in een heel redelijke staat verkeert. Eind oktober heb ik ongeveer tweederde van de bodem schoon gemaakt. Natuurlijk kom ik gaandeweg ook stukken tegen die aanvankelijk redelijk leken, maar die bij nader inzien wat laswerk vergen. Zoals de linker dorpel, bijvoorbeeld. Deze leek heel aardig, maar met toch een ´mottige´ plek. Stukje er in lassen heeft geen zin. het wordt nooit echt mooi en nu is het moment om het geheel te verwijderen. Natuurlijk wel eerst een steunbalkje gelast voordat de slijptol er in gaat. Als je dat verzuimt, trekt de carrosserie zichzelf geheel uit verband.
Het chassis staat voorlopig geduldig te wachten. De carrosserie is het werkstuk dat in mijn planning het meest kan tegen vallen. Met andere woorden, als ik hier eerst aan werk, dan is de rest beter te overzien.
Ik heb deze maand ook bedacht op welke wijze ik de carrosserie ga ontroesten. Het grote probleem bij een 2cv is dat het plaatwerk erg dun is. Stralen heeft mijn voorkeur, maar het risico is dat je er doorheen straalt en dat grotere vlakke delen snel vervormen door de hitte. Leverancier Laskar heeft me getipt op polijst schijven die je op een boormachine kunt schroeven en waarmee je redelijk snel plaatwerk kunt reinigen zonder dat je er echt een laag staal af haalt. Door de open structuur van de schijven lopen ze niet vol met verf en roestresten waardoor de hittevorming ook binnen de perken blijft. Op deze wijze ga ik de carrosserie behandelen en de hoekjes waar ik niet bij kan laat ik wel stralen zodat echt alle roest verwijderd is. De gereinigde en ontroeste plekken behandel ik direct met een twee componenten epoxy van Sikkens.
naar november 2001